Binck

Trein zoeft bij nacht

Vanavond was ik te gast op de Binckhorst 36, de tussen NS spoor ingeklemde voormalige centrale werkplaats van de PTT, alwaar de HSP een politiek cafe organiseerde over de ontwikkeling van de Binckhorst, een onbekend stukje Den Haag. Ik dacht de Binckhorst wel te kennen, ruim 10 jaar geleden begon ik daar mijn carriere als Hagenaar met een stage bij de HTM aan de Maanweg.

Vanavond leerde ik het gebied echter pas echt kennen. Want wat blijkt, de Binckhorst is meer dan dat stukje Den Haag waar al die viezige bedrijvigheid, zoals het slopen van auto’s, asfalt mengen, afval verwerken, plaats vind. In de hoekjes en gaatjes die tussen de bedrijven en infrastructuur ontstaan nestelen zich allerlei groepen die elders in de stad geen plaats kunnen vinden. Van urbane culture en computermuseum tot migrantenkerk en daklozenopvang.

Het gebied was in de jaren 20 van de vorige eeuw nog gewoon weiland, de huidige verkeersader, de Binckhorstlaan, een polderweggetje. Toen echter het industriegebied Laakhaven (tegenwoordig domein van de Haagse Hogeschool en woontorens) vol was, werden in de weilanden havens uitgegraven en groeide het gebied uit tot het tweede industriegebied van Den Haag.

Nu, 70 jaar later, wil de gemeente eigenlijk weer van die industrie af. Dus is er een masterplan. Het noordelijke deel, dat tegen het centrum van Den Haag aanligt, moet dicht stedelijk gebied worden. Het zuiden licht stedelijk. Er tussenin een park. Dat is het plan in grote lijnen. De ambtenaar die het plan zou komen toelichten mocht van VVD wethouder Peter Smit (of was het nou met een d) niet komen.

Tijs van den Boomen, freelance journalist (en daarnaast overigens ook rotondoloog) licht toe. Plannen zoals het college voor de Binckhorst presenteert negeren de historie van het gebied, en resulteren in meer van hetzelfde (het Deense gevaar, naar de ‘opgeknapte’ haven van Copenhagen). Het plan is blind voor de historie. Van den Boomen noemt het een ‘tabula rasa plan’: bulldozer eroverheen en schoon beginnen. Het resultaat is een levenloos geheel, blijkt uit de praktijk.

Melle Smets, kunstenaar o.a. bezig in transvaal waar momenteel ook flink stad vernieuwd wordt, stelt dat bij dit soort plannen juist tijdens de transitie van oud naar nieuw interessante dingen kunnen ontstaan. Stadsvernieuwing vind in 3 fasen plaats: eerst wordt iedereen weggejaagd. Dit gaat gepaard met deels afgetimmerde panden, totdat de laatste bewoner of ondernemer is vertrokken. Dan ligt na de sloop zo’n terrein vaak minstens een jaar braak. Als het dan allemaal af is, krijg je in de openbare ruimte veel omheinde parkjes met tijdloos gemeentegroen.

Tussen de tijd dat met vernieuwen wordt begonnen en het project is afgerond, zie je echter allerlei informele, tijdelijke initiatieven ontstaan in de deels leegstaande panden. Bedrijfjes en stichtingen die voor 1 of 2 jaar een huurcontract krijgen, en creatief bezig gaan. Het pleidooi is: laat die tijdelijke activiteiten niet verloren gaan, maar neem ze mee naar de nieuwe situatie.

Terug naar de realiteit. Bij de huidige ondernemers is veel onduidelijkheid over de plannen (dat is op zich niet zo vreemd, het masterplan is nog in een vroeg stadium en niet bijzonder uitgewerkt). Inmiddels is de gemeente, onlangs het voornemen bedrijven te verplaatsen of te herplaatsen, de huur van bedrijven en organisaties aan het opzeggen. Andere bedrijven vertrekken zelf, vanwege de onzekerheid over de mogelijkheden voor hun bedrijf in de toekomst.
Aanwezige raadsleden (Joris Wijsmuller: HSP, Frank Poppe: PvdA, Arjen Lakerveld: VVD) gingen in de tweede helft van het programma in debat, zoals dat op een politiek cafe hoort. Opmerkelijk vond ik dat zowel Poppe als Lakerveld zeggen dat de woningbouw nodig is, en als het niet op de Binckhorst gebeurd dan moet dat in groene gebieden. De realiteit is echter dat het groen in en rondom Den Haag al wordt volgebouwd. Zo moeten bepaalde milieuvervuilende bedrijven die nu in de Binckhorst zitten verhuizen naar het even verderop gelegen natuurgebied de Vlietzone (waar overigens ook een snelweg, de Rotterdamse baan, en nog eens duizenden zoniet tienduizenden woningen komen). Deze tegenstrijdigheid konden de heren, toen ik daar naar vroeg, niet rechtpraten.
Volgens Wijsmuller zijn al die woningen niet eens nodig: het CPB voorspelt een afname van de bevolking. Hier brengen de heren Foppe en Lakerveld tegenin dat we op dit moment met een ernstig te kort aan (een bepaald type) woningen kampen in de stad.

Intussen staat het gebied, waar overigens naast alle bedrijvigheid ook 120 woningen zijn, dus op het punt platgewalst te worden. Dat hierbij mogelijk ook een stuk industrieel erfgoed wordt vernietigd, wordt door Koos Havelaar (voorzitter stichting Haags industrieel erfgoed) nader toegelicht. Hij noemt als belangrijke monumenten de Caballero fabriek, welke door de gemeente reeds is omarmd en omgezet naar hippe dure kantoorruimte. Echter de bebouwing eromheen staat wel op de lijst om gesloopt te worden, terwijl daar ook nog best mogelijkheden in zitten. Wat verder gaat verdwijnen: de metaalfabriek van Escher, een deel van wat nog over is van de gasfabriek (de laatst overgebleven gashouder), de karakteristieke bedrijfshallen uit de jaren 50 en het PTT gebouw.

Dat laatste gebouw wordt in de tijd die het nog duurt verhuurt aan ‘de creatieve industrie’, zoals dat tegenwoordig heet. Wellicht dat over een paar maanden ook Sonologic (mijn eigen bedrijf) daar een plekje heeft. Het is daar namelijk best gezellig, en een verademing als je het vergelijkt met Amsterdam, waar de creatieve industrie inmiddels behoorlijk is geinstitutionaliseerd. In de Binckhorst gebeurt nog van alles!

Haagse stadspartij bedankt, jullie hebben me kennis laten maken met een bijzonder stukje Den Haag.

Flattr this

Leave a Reply